SV | Ik kreeg knechten en maagden, en ik had kinderen des huizes; ook had ik een groot bezit van runderen en schapen, meer dan allen, die voor mij te Jeruzalem geweest waren. |
WLC | קָנִ֙יתִי֙ עֲבָדִ֣ים וּשְׁפָחֹ֔ות וּבְנֵי־בַ֖יִת הָ֣יָה לִ֑י גַּ֣ם מִקְנֶה֩ בָקָ֨ר וָצֹ֤אן הַרְבֵּה֙ הָ֣יָה לִ֔י מִכֹּ֛ל שֶֽׁהָי֥וּ לְפָנַ֖י בִּירוּשָׁלִָֽם׃ |
Trans. | qānîṯî ‘ăḇāḏîm ûšəfāḥwōṯ ûḇənê-ḇayiṯ hāyâ lî gam miqəneh ḇāqār wāṣō’n harəbēh hāyâ lî mikōl šehāyû ləfānay bîrûšālāim: |
Ik kreeg knechten en maagden, en ik had kinderen des huizes; ook had ik een groot bezit van runderen en schapen, meer dan allen, die voor mij te Jeruzalem geweest waren.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Ik kreeg knechten en maagden, en ik had kinderen des huizes; ook had ik een groot bezit van runderen en schapen, meer dan allen, die voor mij te Jeruzalem geweest waren.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!